Lexicon

Biologisch afbreekbaar:

Biologische afbraak is een proces waarbij organisch materiaal afgebroken wordt door micro-organismen zoals bacteriën, schimmels of algen. Biologische afbreekbaarheid is de eigenschap van een biologisch afbreekbare stof. De afbreekbaarheid wordt beoordeeld op basis van de mate van ontbinding van een stof, en de tijd die nodig is om deze ontbinding te verkrijgen. Een stof wordt biologisch afbreekbaar genoemd wanneer de stof onder werking van levende organismen van buitenaf, kan ontb inden in verschillende elementen, zonder dat er hierbij schadelijke effecten op het milieu optreden.
Afin de qualifier un matériau d’emballage biodégradable, la norme EN 13432:2000 prévoit la réalisation de tests:
Om een verpakkingsmateriaal als biologisch afbreekbaar te kwalificeren, voorziet de norm EN 13432:2000 volgende toetsingen:
– Voorwaarden: (i) Tests uitgevoerd in verschillende omgevingen (zacht water, zout water, bodem). (ii) Testperiode van maximum zes maanden.
– Fysieke resultaten en effecten op het milieu: (i) De beginmassa van het materiaal moet voor 90 % afgebroken zijn.
(ii) De overschotten mogen dus maximaal 10 % van de beginmassa van het geteste materiaal vertegenwoordigen. (iii) Het resultaat van de biologische afbraak mag geen ecotoxische milieueffecten hebben.

Oxo-afbreekbaar:

Soms ook foutievelijk bekend onder de naam: “oxobiologisch afbreekbaar”.
Deze materialen voldoen niet aan de eisen die door de norm zijn vastgelegd. De testen van ontbinding en van ecotoxiciteit zijn immers niet gelijkvormig. Deze materialen zijn dus niet biologisch afbreekbaar of composteerbaar. De term biologisch afbreekbaar wordt nochtans vaak gebruikt en soms misbruikt voor bepaalde plastieken additieven.

Herbruikbaar:

Deze term is van toepassing op alle verpakkingen die bedoeld zijn voor herhaaldelijk gebruik door de gebruiker.
Het materiaal, de sterkte en het gemak zorgen ervoor dat de gebruiker deze verpakking zal bewaren om ze in de toekomst opnieuw te gebruiken.
Dat gezegd zijnde, betekent de term “herbruikbaar” niet dat de verpakken gerecycleerd, biologisch afbreekbaar of composteerbaar is.
Het ziet er gewoon uit om na de eerste keer opnieuw gebruikt te worden.
Er bestaat geen officieel logo om dit soort product aan te duiden.

Recycleerbaar:

De term “recycleerbaar” wordt gebruikt voor iedere verpakking die bedoeld is om te worden gerecycleerd.
Over het algemeen is het product gemaakt van nieuw materiaal, en de intrinsieke kwaliteiten ervan kunnen worden omgezet naar de oorspronkelijke of naar een andere vorm.
Een recycleerbare verpakking is niet biologisch afbreekbaar of composteerbaar.
Dit gezegd zijnde worden bepaalde recycleerbare producten systematisch niet gerecycleerd, omdat de kosten die eraan verbonden zijn te hoog zijn, of de industriële wil om te recycleren onbestaande is.
Het gaat dus om een commerciële aanduiding, waarbij de gebruiker denkt dat de recycleerbare verpakking automatisch gerecycleerd zal worden.
Een recycleerbare verpakking kunt u herkennen aan de Möbiuslus. Dat wil echter niet per se zeggen dat de verpakking gerecycleerd zal worden.

Gerecycleerd:

De term “gerecycleerd” wordt gebruikt voor alle verpakkingen die gemaakt zijn van gerecycleerd materiaal, en die eventueel zelfs opnieuw gerecycleerd kunnen worden.
IEr wordt dus met materialen gewerkt die eerder al werden gebruikt, maar die nog steeds de nodige technische kwaliteiten hebben die nodig zijn voor het beoogde gebruik.
Een gerecycleerde verpakking kan biologisch afbreekbaar of composteerbaar zijn, zoals de gerecycleerde papieren zakken.

Het officiële logo waaraan u kunt herkennen dat het om een gerecycleerde verpakking gaat, is de Möbiuslus, die kan weergegeven worden in verschillende vormen.

Hernieuwbare energie:

Hernieuwbare energieën zijn vormen van energie waarbij het verbruik de voorraad op menselijke schaal niet vermindert.
Fossiele brandstoffen of mineralen (splijtstoffen) zijn geen hernieuwbare energiebronnen, want de voorraad wordt veel sneller opgebruikt dan de snelheid waarmee ze van nature gemaakt worden of beschikbaar zijn.

In het geval van verpakkingsmateriaal wordt gezinspeeld op van oorsprong plantaardige materialen, zoals maïs, rijst, tapioca enz. Het zetmeel wordt omgezet in “bioplastiek”.

RICHTLIJN 94/62/EG

Europese milieunorm, die het gehalte aan zware metalen reguleert die geaccepteerd worden in alle soorten producten.
Wat betreft de verpakkingen tolereert zij de aanwezigheid van 100 ppm/kg eindproduct voor de volgende vier zware metalen samen: lood, kwik, chroom 6 en cadmium.
Deze richtlijn is van toepassing op alle soorten verpakkingen: Papier, plastiek, oxoafbreekbaar, biologisch afbreekbaar…

Norm  EN/13432:

Europese milieunorm die de biologische afbraak van een verpakking in termen van kwantiteit en tijd beschrijft. Dit label is de heilige graal van iedere onderneming die biologisch afbreekbare producten wil verkopen. Het wordt uitsluitend verleend aan producten van plantaardige oorsprong zoals momenteel: BIOLICE-BIOPLAST-MATERBI
Producten met oxoafbreekbare additieven beschikken niet over dit label.

OK Compost (EN 13432)

Elke verpakking of product met het label “OK compost” is gegarandeerd biologisch afbreekbaar in een industriële composteerinstallatie. Dit geldt voor alle componenten, inkten en additieven. Het enige referentiepunt voor het certificatieprogramma is de geharmoniseerde norm EN 13432: 2000, wat betekent dat elk product met het logo OK compost voldoet aan alle eisen van de EU-richtlijn inzake verpakking (94/62/EG).

OK Compost home

Een product dat gecomposteerd kan worden in de tuin.
Dit label is dus nog beperkender dan het label “Ok compost”.
De producten moeten biologisch kunnen worden afgebroken in minder ideale omstandigheden dan bij industriële compostering, en iedereen moet dus in staat zijn om het product thuis te kunnen composteren, zonder dat de verpakkingen opgehaald worden.

De reach-verordening:

Europese regelgeving over de chemische stoffen in verpakkingsmateriaal die op de inhoud overgedragen kunnen worden. Er werd een zwarte lijst opgesteld met alle verboden producten en alle producten die strikt beperkt in gebruik zijn.
Het is aan de fabrikanten om te bewijzen dat hun eindproducten geen van deze componenten bevatten.
Deze verordening heeft hoofdzakelijk betrekking op de verpakkingen die direct in contact staan met voedsel, met name met vetten en zuren.
Deze norm werd opgesteld naar aanleiding van wetenschappelijke analyses die hebben aangetoond dat bepaalde producten, zoals bisfenol A mutageen kan zijn wanneer dat in zuigelingenmelk terechtkomt. Hierdoor zouden baby’s ernstige gezondheidsrisico’s lopen.

Micrometer:

Symbol =  µm
Lengtemaat die voor ons beroep gebruikt wordt om de dikte van een plastieken film te meten.
Is van toepassing op zakken en films uit polyethyleen HD-BD-MD, en op polypropyleen CPP-OPP-BOPP.
Een micrometer: 0,001 mm, of een duizendste van een millimeter.

Rotogravure:

Rotogravure of rotatiediepdruk is een druktechniek waarbij een zinken cylinder gebruikt wordt die gegraveerd is.
Dit procedé is veel nauwkeuriger dan flexografie, zodat er foto’s kunnen gedrukt worden met een buitengewone scherpte en finesse.
De kosten zijn daarentegen duidelijk hoger, waardoor de techniek vooral aantrekkelijk is voor zeer technische afdrukken in grote aantallen.

Flexographie:

Hoogdrukprocédé waarbij de drukvorm uit een soepele polymeerfilm bestaat die op cylinders geplaatst wordt.
Deze polymeerfilm wordt in vloeibare inkt gedrenkt en de bobijn waar papier of plastiek op ligt, zal zo bedrukt worden.
Vanwege de vloeibaarheid van de aniline-drukinkt is flexografie niet geschikt voor het drukken van fijne details.
Het is echter een zeer effectieve en goedkope techniek voor eenvoudige afdrukken.

ECO Friendly:

Modeterm die slaat op een geheel van milieuvriendelijke verpakkingen. Deze term wordt gebruikt voor verpakkingen zijn gemaakt van natuurlijke en biologisch afbreekbare materialen, ofwel omdat ze gemaakt zijn uit gerecycleerde, recycleerbare of herbruikbare materialen. Over het algemeen is dit een label dat heel vaak gebruikt en misbruikt wordt, omdat er geen reglementering of officiële definitie aan vasthangt.
Een term om spaarzaam mee om te gaan.

Vierkleurendruk:

Een drukproces waarbij een groot spectrum aan kleuren gemaakt kan worden op basis van drie basistenten (cyaan, magenta en geel) en zwart.
In de praktijk kunnen we niet alle mogelijke kleuren maken met vierkleurendruk. We moeten dus voorzichtig zijn om digitale beelden af te drukken.
Het is niet ongewoon dat een of meerdere Pantone kleuren toegevoegd worden om het gewenste resultaat te bekomen.
In dat geval wordt het zo aangeduid: “Quadri+1 of Quadri+2…”

Pantone:

Het basisidee bestaat erin om een gamma van de meest uiteenlopende zuivere kleuren te voorzien in functie van de druknoden (platdruk of eventueel zeefdruk). Het gebruik van een bepaalde kleur inkt biedt de beste resultaten, in tegenstelling tot de vierkleurendruk waarbij drie basiskleuren (cyaan, magenta en geel) en zwart gebruikt worden. Door deze vier kleuren te mengen kunnen alle andere kleurentinten bekomen worden, maar met onzekerheden over de getrouwe weergave (variaties van het raam op iedere kleur, variaties door het inkten van de machine, enz.) In tegenstelling tot de vierkleurendruk waarbij de kleuren één per één gedrukt worden (de subtractieve kleuren vormen uiteindelijk de gewenste kleur), worden Pantone-kleuren verkregen door inkten die gemengd worden door de drukker alvorens hij begint te drukken. Het principe van Pantone-kleuren is gebaseerd op tien basiskleuren:

  • black (primair zwart);
  • transparent white (transparent pour éclaircir la couleur) ;
  • yellow (primair geel);
  • warm red (warm rood);
  • rubine red (robijnrood);
  • rhodamine red (rhodaminerood, eigenlijk magenta) ;
  • purple (paars) ;
  • reflex blue ((reflexblauw, een soort zeer zuiver indigoblauw) ;
  • process blue (primair blauw, krachtiger dan cyaan) ;
  • green (groen).

De collectie kleurstalen van Pantone, die niet minder dan achthonderd tinten omvat, geeft in feite de verhoudingen van elk van deze tien basistinten weer. Sommige kleuren zijn ofwel verkregen met twee primaire kleuren (een zuivere tint en een transparante doping om te verlichten of een zwarte doping om te verdonkeren) of met drie primaire kleuren (twee tinten en een doping) of met vier primaire kleuren (drie tinten en een doping).
In de jaren 1980 en 1990, zijn er vijf basiskleuren bijgekomen in het Pantone-systeem:

  • rouge 032 (puur rood) ;
  • orange 021 (puur oranje) ;
  • jaune 012 (een krachtiger geel dan het basisgeel);
  • violet
  • bleu 072 (een minder paarsachtig blauw dan reflex blue).

Hierdoor zijn er vijftien basistinten. De collectie kleurstalen is eveneens uitgebreid met fluorescerende kleuren en intermediaire nuances, daarom is er overgegaan van drie naar vier cijfers voor de codering van de bijkomende kleuren. Om de extra compatibiliteit te behouden, blijven de kleuren van de eerste achthonderd kleuren gecodeerd op drie getallen. Zo komt het dat de Pantone 3005 een nuance is die ligt tussen Pantone 300 en Pantone 301.

In de jaren 1990, vindt Pantone een nieuw procedé uit om de drukkleuren te scheiden, de zeskleurendruk. Zo kan een groter aantal nuances weergegeven worden, met name de tinten die in vierkleurendruk niet weergegeven konden worden, zoals oranje en violet. Dit procedé heeft een druksysteem nodig met zes drukeenheden en specifieke software om de zes kleuren te scheiden. De zes primaire kleuren van de zeskleurendruk zijn: zwart, cyaan, magenta, geel, oranje en groen. Al naar gelang kan groen vervangen worden door reflex blauw.

De tinten van Pantone zijn gestandaardiseerde kleuren waarvan de kleurennummers kunnen teruggevonden worden in een collectie kleurenstalen die een kleurenwaaier wordt genoemd. De kleuren worden vooral gebruikt in het drukwezen omdat niet alle kleuren bekomen kunnen worden met het CMYK-spectrum. Vaak is het ook aan te raden om bij de druk een vijfde en zelfs een zesde kleur toe te voegen.
Ze bestaan in verschillende reeksen:

  • Pantone C (coated), voor gestreken papier;
  • Pantone U (uncoated), voor niet-gestreken papier;
  • Pantone M (matted), voor mat papier.

Offset:

Offsetdruk is één van de meest gebruikte druktechnieken. Het succes ervan is toe te schrijven aan de flexibiliteit en de capaciteit om zich aan te passen aan een grote verscheidenheid van producten. De offsetdruk kan een relatief groot gamma aan oplages drukken. Het is een rendabel procedé tot enkele honderdduizenden exemplaren. Indien er meer gedrukt wordt, wordt er gekozen voor rotatiediepdruk.
Dit drukprocedé levert bovendien kwaliteitsproducten voor een relatief lage prijs. Een van de toepassingen is alle soorten publicaties, zoals dagelijks drukwerk en tijdschriften, reclame, boeken, catalogi, brochures …), en verpakkingen (dozen, etiketten, …). Er kan ook op verschillende ondergronden gedrukt worden (papier en karton, polymeren, metalen). Het is vooral bedoeld voor het bedrukken van vellen papier of karton, die dan later worden verwerkt tot papieren zak of doos.

Zeefdruk:

Zeefdruk is een druktechniek die gebruikt wordt voor meerdere grafische doeleinden zoals textieldecoratie: polyester zakken, katoenen zakken, zakken uit bamboevezel, zakken in woven en not-woven PP. Er is geen enkel raster in de logo’s.
Zeefdruk wordt meestal manueel gedaan met een plastieken raam waarin de dikke inkt (of soldeerpasta) ligt. De arbeider smeert deze inkt uit met behulp van een metalen rakel. De inkt komt door het zeefdrukraam op de stof terecht. Het raam heeft de vorm van het logo.
Deze techniek kan herhaald worden met een andere kleur of vorm die naast elkaar of over elkaar worden gedrukt. Als er nog een andere kleur of vorm dient bij te komen, wordt de actie nogmaals herhaald.
Met een eenvoudige loep is geen enkel raster zichtbaar, want de kleur is gedrukt “in vlakke tinten”. Het is mogelijk om een zeefdruk te herkennen.

Thermodruk:

Thermodruk is een procedé waarbij een pigmentfilm van kleuren op het papier gedrukt wordt door middel van een hittestraat en harspoeder, dat als een lijm gesmolten wordt op de inkt. De pigmenten kunnen goud, zilver, mat of glanzend zijn.
Omdat ze 100 % dekken, is het onnodig om een reserve te voorzien. Thermodruk is een platdruktechniek.

UV-VERNIS:

UV-vernis wordt hoofdzakelijk gebruikt voor papieren zakken en kartonnen dozen.
Dit geeft een reliëf en glans aan een logo.
Om een offerte te kunnen opmaken, is het essentieel om ons te laten weten wat de exacte grootte van het logo / de tekst is.
Het product, dat op deze manier gepersonaliseerd wordt, krijgt zo een luxueuze uitstraling.